Dag allemaal,
Sinds de lente, toen het ‘reisseizoen’ begon, heb ik geen huiskerk gedachten meer geschreven. Bedankt voor jullie geduld.
De afgelopen maanden ben ik over iets aan het nadenken en nu heb ik de tijd en energie om wat gedachten met jullie te delen.
Meningen, opvattingen, goed en fout
Een gemeenschappelijk probleem wat ik over de grenzen en culturen heen zie, is dat mensen in huiskerk moeite hebben met elkaar en zich soms zelfs afscheiden van elkaar, vanwege verschil van mening en opvatting.
Mijn huidige Weekly Thoughts serie gaat over een gerelateerd onderwerp, binnen de context van het afscheiden van elkaar vanwege zonde. Maar wat ik over de hele wereld zie, is dat christenen ruzie krijgen en zich afscheiden van elkaar vanwege een verschil van opvatting. Er zijn 3 hoofd categorieën:
1). Eigen levenservaring overbrengen op een ander – een vooropgezette gedachte
Een bezoeker aan een huiskerk bijeenkomst, verliet zeer geërgerd die samenkomst. Wat was de reden? Omdat de huiskerk geen avondmaal gehouden had en die persoon vond dat zeer verkeerd. Hij had vooropgezette ideeën over wat een huiskerk zou moeten zijn, gebaseerd op zijn ervaring van 20 jaar terug, toen de groep waar hij kwam, telkens als men bijeen kwam, het avondmaal vierde.
Hij liet zich niet overtuigen dat zijn mening welkom was, maar dat de huiskerk avondmaal hield als de leider van die week zich daartoe geleid voelt, en niet als iets dat vaststaat. Hij bleef aanstoot nemen, ging verder in zijn zoektocht naar die ‘volmaakte’ huiskerk, die hij definieerde als een huiskerk, dat precies zo zou zijn als zijn ervaring van 20 jaar terug.
Het voordeel van tijd is dat we kunnen selecteren welke herinneringen we willen houden, en deze man herinnerde zich blijkbaar alleen de goede dingen van die groep, zo’n twee decennia geleden.
Een schokkende ervaring – Een gezin moest nodig de elektrische installatie in huis repareren, en de huiskerk besloot als groep te gaan helpen met de bedrading ervan. Ze kochten de benodigdheden voor het gezin en men nam zich voor op een zaterdagmorgen te komen om de wasruimte en de badkamer opnieuw te bedraden, maar de eigenaar weigerde beleefd.
Eén persoon was erg ontdaan dat hij het aanbod afsloeg. De reden voor het afwijzen van de hulp, maar wel het aannemen van de materialen, was dat de huiseigenaar verstand had van bekabeling en het vooruitzicht van 8 of 10 vrijwilligers die met de bedrading bezig zouden gaan en van alles in de schakeldoos en de stopcontacten zouden bevestigen, joeg hem angst aan. Hij maakte zich zorgen, variërend van elektrocutie tot een latere brand, in het geval dat één van de onervaren helpers iets verkeerd zou aansluiten.
De man die aanstoot had genomen, had kennis van bedrading en vatte het persoonlijk op, alsof de huiseigenaar vraagtekens had over zijn bekwaamheid. Hij dacht, omdat hij goed was in dit werk, dat iedereen dat zou begrijpen en zijn hulp zou aannemen. Hij bracht zijn levenservaring en verwachting over hoe hij ontvangen zou worden, over op de huiseigenaar en de situatie.
Ik zou hier mee door kunnen gaan, maar de rode draad is dat mensen soms denken dat zoals zij het leven ervaren hebben, anderen dat ook zouden moeten doen. Als zij iedere huiskerk bijeenkomst avondmaal hebben gevierd, dan is het verkeerd om het anders te doen. Als iemand hulp aangeboden krijgt met de bedrading, maar wist het zelf te kunnen, dan is het verkeerd om zo’n royaal gebaar af te slaan.
Paulus zei op een paar plaatsen dat het goed is om over onderwerpen te praten, maar niet als er ruzie door gaat ontstaan. Met andere woorden, een discussie verandert in een argument als iemand vast blijft houden aan zijn mening en die mening aan een ander opdringt, die een andere mening heeft. Onthoud je van argumenteren, wissel meningen uit, want aanstoot vindt plaats als we onze verwachtingen op iemand anders leggen.
Vraag jezelf af of jij je een mening over iemand of een situatie vormt, gebaseerd op jouw ervaring, en leg je die verwachting dan op hem of haar. Misschien ben je zelf beledigd, heb je het gevoel dat men jou afwijst, omdat men de dingen niet doet zoals JIJ vindt dat het gedaan zou moeten worden. Trek je terug, geef hun de kans het zelf uit te werken door wat zij denken te moeten doen in die situatie. Zij moeten rekenschap afleggen aan Jezus, niet aan jou, dus ontspan, en laat het los.
2). Het overbrengen van hun gave op een ander
Deze houding blijkt, als iemand tegen een ander zegt: ‘Wel, ik zou het niet zo doen!’ Dit houdt verband met nr. 1, in die zin dat we de wereld bezien door onze eigen ervaringen, wat ook waargenomen wordt door onze gaven en talenten.
Aanstoot wordt genomen als we anderen zien door onze eigen gaven, en niet zien dat zij andere gaven hebben. Vaak zien we een greintje van onze gave in een ander en denken dat dit ontwikkelt moet worden tot hetzelfde nivo als dat het bij ons is.
Nieuwsbericht: Het is niet onze taak onze gaven in hen te ontwikkelen.
Als we naar anderen kijken via onze eigen gaven, denken we uiteindelijk dat wanneer anderen iets niet doen zoals wij dat zouden, zij niet volwassen zijn, of dat ze problemen hebben waar ze aan moeten werken. Het is de balk in ons oog en de splinter in die van hun.
Een vrouw van de voorganger die ook de aanbidding leidde (ik zat in de staf van deze gemeente), was erg energiek, sprong op en neer, draaide rondjes, schreeuwde, klapte. Als je niet op en neer sprong zoals zij, keek ze je aan met ‘die blik’ om je mee te krijgen. Ik leerde die blik terug te doen. ‘Zo aanbid ik niet, dame, eigenlijk moet je blij zijn dat ik niet hier op de vloer ga liggen, omdat dat de manier is waarop ik van de Heer ontvang’.
Ik herinner mij een pastorale stafvergadering, waar we met ongeveer 35 mensen waren, en zij er bij iedereen op aandrong om ook op en neer te springen en met haar mee te doen als ze de gemeente leidde. Nerveus keek ik de kamer rond, hopend dat ze het niet alleen over mij had, en tot mijn opluchting waren er nog 6 tot 8 andere niet-springers aanwezig. LOL
Zij dacht als je niet deed zoals zij, je niet aan het aanbidden was. Ze kon niet bevatten dat iemand (zoals ik) beter ontvang door stil te staan, ogen gesloten, handen omhoog. (Nog beter: op de vloer zittend, of plat liggend)
Ziek en moe – iemand in een huiskerk was ziek en voor een aantal weken aan huis gebonden vanwege een chemotherapie kuur, en bijna iedereen van de huiskerk kwam haar te hulp, door eten te brengen. Eén van de vrouwen die net wat gebracht had, sprak met een andere vrouw van die huiskerk, en toen zij haar vroeg wat zij meegenomen had, zei de vrouw ‘niets’.
Voordat ze uitleg kon geven, begon de eerste vrouw, die al verschillende maaltijden gebracht had, haar aan te vallen door te verwijten dat niet eens een maaltijd had kunnen brengen aan iemand die zwak was door de chemotherapie.
Toen ze de rest van het verhaal hoorde, moest ze even later excuses aanbieden aan haar. Het bleek dat die andere vrouw vrijgenomen had van haar werk om de zieke vriendin naar verschillende dokters afspraken te brengen, om met haar naar het park te gaan, en ze haar meegenomen had voor tochtjes in de auto. Bovendien deed ze de was voor haar en allerlei klusjes in het huishouden – wat veel meer was dan het bereiden van één maaltijd. Maar daar sprak ze zelf niet over.
Stel jezelf de vraag of je anderen afmeet aan jouw eigen gaven. Vorm jij opinies over hoe mensen zouden moeten reageren in een situatie, gebaseerd op hoe jij dat in die situatie zou doen? Denk je dat een ander meer op jou moet gaan lijken, gebaseerd op jouw gaven en wat jij in een bepaalde situatie zou doen?
Elk van deze eerste twee berooft iemand van de bekwaamheid de situatie en noden en verlangens van iemand anders te zien, alsmede hun eigen gaven. Het geeft mensen een tunnel visie, en leidt tot het nemen van aanstoot als anderen niet in hun tunnel beeld van het leven passen. Dat kan leiden tot het proberen te ‘fixen’ van die ander in plaats van gewoon een vriend te zijn, en maakt hen en project in plaats van een vriend in de Heer.
3). Zich in een situatie indringen die hun niets aangaat
Dit is één van de meest gevaarlijke en schadelijke dingen in een huiskerk, want het kan een huiskerk veranderen in een roddel partij, waar iedereen alles weet van elkaar, zonder respect voor de grenzen die er zijn binnen een huwelijk en vriendschap.
Een man vertrouwt een andere man in de huiskerk toe, dat hij een aantal jaren geleden, voor hij de Heer kende, een affaire gehad heeft. Toen zijn vrouw daar achter kwam, had zij uit wrok een affaire, en de spanning van dit alles leidde hen uiteindelijk naar de Heer. Er waren nog steeds wat spanningen in hun huwelijk, en de echtgenoot vroeg zijn vriend gebed, zodat hij en zijn vrouw het konden uitpraten en samen het laatste restje genezing konden ontvangen.
MAAR…de vriend bracht die geschiedenis op een dag naar voren bij de echtgenote, en bood hem en haar geestelijke hulp en gebed aan, zodat ze dat laatste hoofdstuk konden gaan afsluiten – de vrouw was onmiddellijk ontsteld en diep verwond, dat haar man die gevoelige informatie met een ander gedeeld had.
De vriend was gekwetst dat hij, evenals de echtgenoot, de schuld kreeg – hij was echter verkeerd, en evenzo de echtgenoot. De vriend begaf zich (en zijn vrouw) in een privé huwelijksprobleem – hij was daartoe niet uitgenodigd, en het was niet aan hem zichzelf daartoe uit te nodigen.
Vaak komt iemand achter de zonde van een ander, ofwel verleden of heden, en wil dan betrokken worden in diens berouw/bevrijding, of men gaat naar de leiders met die kennis, of, zoals in het geval hierboven, naar de vrouw en vraagt erin betrokken te worden.
Stel jezelf de vraag of de Heer het toestond dat je dit ‘geheim’ te weten kwam omdat je te vertrouwen bent, en vertrouwelijk voorbede kunt doen, als vriend zijnde. Als jij die informatie deelt, overtreed je dan grenzen van huwelijk, vriendschap, werkrelaties, of familiebanden? Is het aan jou die informatie te delen, of is het aan hen?
Respecteer de grenzen die er zijn.
Als je niet verwant bent door bloed, huwelijk, of werkrelatie, hou die kennis vertrouwelijk, voor de troon, daarmee laat je de Vader zien dat je betrouwbaar bent in het omgaan met privé zaken.
Conclusie
Zoals ik al zei, deze 3 zijn de belangrijkste gebieden die ik in de wereld zie, over naties en culturen heen. Mensen zijn mensen, en de duivel is de duivel. Maar in het algemeen, zie af van het vormen van meningen over andere mensen. Beoordeel hun werken, niet hun hart en motieven. En neem nergens aanstoot aan. Vraag jezelf altijd af ‘Hoe kan ik meer volwassen worden,’ ‘Hoe kan ik meer in liefde wandelen ten opzichte van hen,’ en laat hen hun eigen leven uitwandelen. Het is hun verhaal, niet dat van jou.
Tot volgende maand!
Zegen,
John
Sinds de lente, toen het ‘reisseizoen’ begon, heb ik geen huiskerk gedachten meer geschreven. Bedankt voor jullie geduld.
De afgelopen maanden ben ik over iets aan het nadenken en nu heb ik de tijd en energie om wat gedachten met jullie te delen.
Meningen, opvattingen, goed en fout
Een gemeenschappelijk probleem wat ik over de grenzen en culturen heen zie, is dat mensen in huiskerk moeite hebben met elkaar en zich soms zelfs afscheiden van elkaar, vanwege verschil van mening en opvatting.
Mijn huidige Weekly Thoughts serie gaat over een gerelateerd onderwerp, binnen de context van het afscheiden van elkaar vanwege zonde. Maar wat ik over de hele wereld zie, is dat christenen ruzie krijgen en zich afscheiden van elkaar vanwege een verschil van opvatting. Er zijn 3 hoofd categorieën:
1). Eigen levenservaring overbrengen op een ander – een vooropgezette gedachte
Een bezoeker aan een huiskerk bijeenkomst, verliet zeer geërgerd die samenkomst. Wat was de reden? Omdat de huiskerk geen avondmaal gehouden had en die persoon vond dat zeer verkeerd. Hij had vooropgezette ideeën over wat een huiskerk zou moeten zijn, gebaseerd op zijn ervaring van 20 jaar terug, toen de groep waar hij kwam, telkens als men bijeen kwam, het avondmaal vierde.
Hij liet zich niet overtuigen dat zijn mening welkom was, maar dat de huiskerk avondmaal hield als de leider van die week zich daartoe geleid voelt, en niet als iets dat vaststaat. Hij bleef aanstoot nemen, ging verder in zijn zoektocht naar die ‘volmaakte’ huiskerk, die hij definieerde als een huiskerk, dat precies zo zou zijn als zijn ervaring van 20 jaar terug.
Het voordeel van tijd is dat we kunnen selecteren welke herinneringen we willen houden, en deze man herinnerde zich blijkbaar alleen de goede dingen van die groep, zo’n twee decennia geleden.
Een schokkende ervaring – Een gezin moest nodig de elektrische installatie in huis repareren, en de huiskerk besloot als groep te gaan helpen met de bedrading ervan. Ze kochten de benodigdheden voor het gezin en men nam zich voor op een zaterdagmorgen te komen om de wasruimte en de badkamer opnieuw te bedraden, maar de eigenaar weigerde beleefd.
Eén persoon was erg ontdaan dat hij het aanbod afsloeg. De reden voor het afwijzen van de hulp, maar wel het aannemen van de materialen, was dat de huiseigenaar verstand had van bekabeling en het vooruitzicht van 8 of 10 vrijwilligers die met de bedrading bezig zouden gaan en van alles in de schakeldoos en de stopcontacten zouden bevestigen, joeg hem angst aan. Hij maakte zich zorgen, variërend van elektrocutie tot een latere brand, in het geval dat één van de onervaren helpers iets verkeerd zou aansluiten.
De man die aanstoot had genomen, had kennis van bedrading en vatte het persoonlijk op, alsof de huiseigenaar vraagtekens had over zijn bekwaamheid. Hij dacht, omdat hij goed was in dit werk, dat iedereen dat zou begrijpen en zijn hulp zou aannemen. Hij bracht zijn levenservaring en verwachting over hoe hij ontvangen zou worden, over op de huiseigenaar en de situatie.
Ik zou hier mee door kunnen gaan, maar de rode draad is dat mensen soms denken dat zoals zij het leven ervaren hebben, anderen dat ook zouden moeten doen. Als zij iedere huiskerk bijeenkomst avondmaal hebben gevierd, dan is het verkeerd om het anders te doen. Als iemand hulp aangeboden krijgt met de bedrading, maar wist het zelf te kunnen, dan is het verkeerd om zo’n royaal gebaar af te slaan.
Paulus zei op een paar plaatsen dat het goed is om over onderwerpen te praten, maar niet als er ruzie door gaat ontstaan. Met andere woorden, een discussie verandert in een argument als iemand vast blijft houden aan zijn mening en die mening aan een ander opdringt, die een andere mening heeft. Onthoud je van argumenteren, wissel meningen uit, want aanstoot vindt plaats als we onze verwachtingen op iemand anders leggen.
Vraag jezelf af of jij je een mening over iemand of een situatie vormt, gebaseerd op jouw ervaring, en leg je die verwachting dan op hem of haar. Misschien ben je zelf beledigd, heb je het gevoel dat men jou afwijst, omdat men de dingen niet doet zoals JIJ vindt dat het gedaan zou moeten worden. Trek je terug, geef hun de kans het zelf uit te werken door wat zij denken te moeten doen in die situatie. Zij moeten rekenschap afleggen aan Jezus, niet aan jou, dus ontspan, en laat het los.
2). Het overbrengen van hun gave op een ander
Deze houding blijkt, als iemand tegen een ander zegt: ‘Wel, ik zou het niet zo doen!’ Dit houdt verband met nr. 1, in die zin dat we de wereld bezien door onze eigen ervaringen, wat ook waargenomen wordt door onze gaven en talenten.
Aanstoot wordt genomen als we anderen zien door onze eigen gaven, en niet zien dat zij andere gaven hebben. Vaak zien we een greintje van onze gave in een ander en denken dat dit ontwikkelt moet worden tot hetzelfde nivo als dat het bij ons is.
Nieuwsbericht: Het is niet onze taak onze gaven in hen te ontwikkelen.
Als we naar anderen kijken via onze eigen gaven, denken we uiteindelijk dat wanneer anderen iets niet doen zoals wij dat zouden, zij niet volwassen zijn, of dat ze problemen hebben waar ze aan moeten werken. Het is de balk in ons oog en de splinter in die van hun.
Een vrouw van de voorganger die ook de aanbidding leidde (ik zat in de staf van deze gemeente), was erg energiek, sprong op en neer, draaide rondjes, schreeuwde, klapte. Als je niet op en neer sprong zoals zij, keek ze je aan met ‘die blik’ om je mee te krijgen. Ik leerde die blik terug te doen. ‘Zo aanbid ik niet, dame, eigenlijk moet je blij zijn dat ik niet hier op de vloer ga liggen, omdat dat de manier is waarop ik van de Heer ontvang’.
Ik herinner mij een pastorale stafvergadering, waar we met ongeveer 35 mensen waren, en zij er bij iedereen op aandrong om ook op en neer te springen en met haar mee te doen als ze de gemeente leidde. Nerveus keek ik de kamer rond, hopend dat ze het niet alleen over mij had, en tot mijn opluchting waren er nog 6 tot 8 andere niet-springers aanwezig. LOL
Zij dacht als je niet deed zoals zij, je niet aan het aanbidden was. Ze kon niet bevatten dat iemand (zoals ik) beter ontvang door stil te staan, ogen gesloten, handen omhoog. (Nog beter: op de vloer zittend, of plat liggend)
Ziek en moe – iemand in een huiskerk was ziek en voor een aantal weken aan huis gebonden vanwege een chemotherapie kuur, en bijna iedereen van de huiskerk kwam haar te hulp, door eten te brengen. Eén van de vrouwen die net wat gebracht had, sprak met een andere vrouw van die huiskerk, en toen zij haar vroeg wat zij meegenomen had, zei de vrouw ‘niets’.
Voordat ze uitleg kon geven, begon de eerste vrouw, die al verschillende maaltijden gebracht had, haar aan te vallen door te verwijten dat niet eens een maaltijd had kunnen brengen aan iemand die zwak was door de chemotherapie.
Toen ze de rest van het verhaal hoorde, moest ze even later excuses aanbieden aan haar. Het bleek dat die andere vrouw vrijgenomen had van haar werk om de zieke vriendin naar verschillende dokters afspraken te brengen, om met haar naar het park te gaan, en ze haar meegenomen had voor tochtjes in de auto. Bovendien deed ze de was voor haar en allerlei klusjes in het huishouden – wat veel meer was dan het bereiden van één maaltijd. Maar daar sprak ze zelf niet over.
Stel jezelf de vraag of je anderen afmeet aan jouw eigen gaven. Vorm jij opinies over hoe mensen zouden moeten reageren in een situatie, gebaseerd op hoe jij dat in die situatie zou doen? Denk je dat een ander meer op jou moet gaan lijken, gebaseerd op jouw gaven en wat jij in een bepaalde situatie zou doen?
Elk van deze eerste twee berooft iemand van de bekwaamheid de situatie en noden en verlangens van iemand anders te zien, alsmede hun eigen gaven. Het geeft mensen een tunnel visie, en leidt tot het nemen van aanstoot als anderen niet in hun tunnel beeld van het leven passen. Dat kan leiden tot het proberen te ‘fixen’ van die ander in plaats van gewoon een vriend te zijn, en maakt hen en project in plaats van een vriend in de Heer.
3). Zich in een situatie indringen die hun niets aangaat
Dit is één van de meest gevaarlijke en schadelijke dingen in een huiskerk, want het kan een huiskerk veranderen in een roddel partij, waar iedereen alles weet van elkaar, zonder respect voor de grenzen die er zijn binnen een huwelijk en vriendschap.
Een man vertrouwt een andere man in de huiskerk toe, dat hij een aantal jaren geleden, voor hij de Heer kende, een affaire gehad heeft. Toen zijn vrouw daar achter kwam, had zij uit wrok een affaire, en de spanning van dit alles leidde hen uiteindelijk naar de Heer. Er waren nog steeds wat spanningen in hun huwelijk, en de echtgenoot vroeg zijn vriend gebed, zodat hij en zijn vrouw het konden uitpraten en samen het laatste restje genezing konden ontvangen.
MAAR…de vriend bracht die geschiedenis op een dag naar voren bij de echtgenote, en bood hem en haar geestelijke hulp en gebed aan, zodat ze dat laatste hoofdstuk konden gaan afsluiten – de vrouw was onmiddellijk ontsteld en diep verwond, dat haar man die gevoelige informatie met een ander gedeeld had.
De vriend was gekwetst dat hij, evenals de echtgenoot, de schuld kreeg – hij was echter verkeerd, en evenzo de echtgenoot. De vriend begaf zich (en zijn vrouw) in een privé huwelijksprobleem – hij was daartoe niet uitgenodigd, en het was niet aan hem zichzelf daartoe uit te nodigen.
Vaak komt iemand achter de zonde van een ander, ofwel verleden of heden, en wil dan betrokken worden in diens berouw/bevrijding, of men gaat naar de leiders met die kennis, of, zoals in het geval hierboven, naar de vrouw en vraagt erin betrokken te worden.
Stel jezelf de vraag of de Heer het toestond dat je dit ‘geheim’ te weten kwam omdat je te vertrouwen bent, en vertrouwelijk voorbede kunt doen, als vriend zijnde. Als jij die informatie deelt, overtreed je dan grenzen van huwelijk, vriendschap, werkrelaties, of familiebanden? Is het aan jou die informatie te delen, of is het aan hen?
Respecteer de grenzen die er zijn.
Als je niet verwant bent door bloed, huwelijk, of werkrelatie, hou die kennis vertrouwelijk, voor de troon, daarmee laat je de Vader zien dat je betrouwbaar bent in het omgaan met privé zaken.
Conclusie
Zoals ik al zei, deze 3 zijn de belangrijkste gebieden die ik in de wereld zie, over naties en culturen heen. Mensen zijn mensen, en de duivel is de duivel. Maar in het algemeen, zie af van het vormen van meningen over andere mensen. Beoordeel hun werken, niet hun hart en motieven. En neem nergens aanstoot aan. Vraag jezelf altijd af ‘Hoe kan ik meer volwassen worden,’ ‘Hoe kan ik meer in liefde wandelen ten opzichte van hen,’ en laat hen hun eigen leven uitwandelen. Het is hun verhaal, niet dat van jou.
Tot volgende maand!
Zegen,
John